Maakt, verwijdert of geeft een volumekoppelingspunt weer. MOUNTVOL [station:]pad volumenaam MOUNTVOL [station:]pad /D MOUNTVOL [station:]pad /L MOUNTVOL [station:]pad /P MOUNTVOL /R MOUNTVOL /N MOUNTVOL /E pad Bepaalt in welke bestaande NTFS-map het koppelpunt zich bevindt. volumenaam Bepaalt de volumenaam die het doel is van het koppelpunt. /D Verwijdert het volumekoppelpunt uit de opgegeven map. /L Geeft de naam van het gekoppelde volume weer voor de opgegeven map. /P Verwijdert het volumekoppelpunt uit de opgegeven map, ontkoppelt het volume, en maakt het volume niet-koppelbaar. U kunt het volume weer koppelbaar maken door een volumekoppelpunt te maken /R Verwijdert de volumekoppelpunten van mappen en registerinstellinegen van volumes die niet meer in het systeem aanwezig zijn /N Schakelt het automatisch koppelen van nieuwe volumes uit. /E Schakelt het automatisch koppelen van nieuwe volumes weer in. Mogelijke waarden voor de volumenaam bij gebruik van de huidige koppelpunten: \\?\Volume{ffbce7b5-2108-11e0-9cf0-806e6f6e6963}\ *** Geen koppelpunten *** \\?\Volume{7792cece-4f6b-4188-a771-71afb4afb91c}\ Z:\ \\?\Volume{b673de13-228a-11e0-a8b4-6c626d7e4b48}\ F:\ \\?\Volume{e3dc8bc4-fc4c-11df-8b36-806e6f6e6963}\ C:\ \\?\Volume{e3dc8bc6-fc4c-11df-8b36-806e6f6e6963}\ D:\ \\?\Volume{e3dc8bdd-fc4c-11df-8b36-806e6f6e6963}\ H:\ \\?\Volume{e3dc8bde-fc4c-11df-8b36-806e6f6e6963}\ I:\ \\?\Volume{e3dc8bdf-fc4c-11df-8b36-806e6f6e6963}\ J:\ \\?\Volume{e3dc8be0-fc4c-11df-8b36-806e6f6e6963}\ K:\ \\?\Volume{dfaade55-24d4-11e0-8b8d-6c626d7e4b48}\ Q:\ \\?\Volume{311f3c01-f76d-11e1-8eb4-806e6f6e6963}\ E:\